maandag 13 mei 2013

Sorry, meneer en mevrouw de autobestuurder

Rijden met de fiets, zalig: de wind in je haar, de ochtendserenade van de vogels, de schoonheid van de zonsopgang. Als je geluk hebt ook nog zon op je gezicht, als je pech hebt is dat regen. Minder zalig is de rest: (vracht)wagens die langs je heen scheuren en je op een haar na missen. En wanneer dan die ene wagen toch nog het respect heeft om je voorrang te geven, heb je het veel te laat door.

Toegegeven, ik rijd graag met de fiets. Sinds Rune naar school gaat en ik tweemaal per dag, vier dagen per week, mijn ijzeren ros bestijg om zoonlief te brengen en te halen, is mijn conditie er ook nog eens ferm op vooruitgegaan. En het is uiteraard fantastisch rijden als de zon schijnt en je ingesmeerd met zonnebrand en een grote zonnebril op je neus tussen de aardbeivelden door rijdt, nagestaard door koeien en schapen, en de paar geitjes die je tegenkomt op je recreatieve route.

Maar er is ook de schoolroute. Op zich weinig aan: een tocht door de bebouwde kom, langs een ‘tussenwegje’ dat twee grote straten met elkaar verbindt en voor mij een kortere route betekent, en dan verder langs een hoofdweg (ook bebouwde kom) naar school. De toverwoorden hier zijn: bebouwde kom. Maximum snelheid van 50km per uur, dus. Slechts een enkeling lijkt zich daarvan bewust. Wanneer ik met Rune naar school rijd, gebeurt het bijna dagelijks dat we net niet aangereden worden door haastige automobilisten, die nog snel even langs ons heen willen en niet willen inhouden vanwege het middenbermpje dat om de twintig, misschien dertig meter de weg versmalt. Ze rijden nog liever spook dan in te houden. Erger is het wanneer vrachtwagens en tractoren hetzelfde proberen te doen.

Ooit reed ik achter een mindervalide fietser. Die reed met een soort driewieler voor volwassenen, met een bagagemand achterop waarin zijn krukken vastgemaakt waren. Het is een sympathieke knaap, die bij ons in de buurt woont. Wat echter opviel, was dat elke auto ook ineens veel sympathieker reed. Waar ik een dag eerder nog bijna van mijn sokken werd gemaaid, hoorde ik die dag al van op afstand hoe wagens vertraagden. En als het regent willen chauffeurs ook coulanter zijn: dan geven ze ineens voorrang waar ze je anders voorbij scheuren. Groot is dan hun verbazing wanneer je toch stopt – remafstanden zijn langer op een nat wegdek, ja, ook en misschien wel vooral met de fiets – en aangeeft dat ze maar moeten doorrijden, want het duurt toch even voor je weer goed en wel gestart bent. Sorry, meneer en mevrouw de autobestuurder, ik had het echt niet door. Ik ben het niet gewend, snapt u?

Toch rijd ik graag met de fiets. Het zou nog fijner zijn als ik niet elke keer overal ogen moet hebben en tig keer over mijn schouder moet kijken. Misschien moet ik overwegen om een zwaailicht op mijn hoofd te monteren…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten