Niets leuker voor een schrijver dan complimenten te krijgen
over je werk. Doorgaans gebeurt dat vlak na het verschijnen van een nieuwe
publicatie. Wanneer het een tijdje stil geweest is, wanneer nieuw werk al
geruime tijd in de diepvries heeft gelegen, dan is het niet meer dan logisch
dat ook complimenten langzaam uitblijven.
Na de publicatie van Isangraille, het laatste deel van Zeríans
Vloek, wist ik lange tijd niet meer wat gedaan. Telkens ik de pc opende, klikte
ik uit pure gewoonte de folder met alle werk rond die fantasyreeks open – het kostte
tegen alle verwachtingen in behoorlijk wat moeite om te accepteren dat het afgelopen
was. Ook al liet ik een deur op een kier staan in dat allerlaatste hoofdstuk.
Het blijft toch maar de vraag of lezers op een vervolg zitten te wachten, en
dat nog los van het feit of ik het nog wel zou kunnen.
Ik heb namelijk geen fantasy meer geschreven sinds de
verschijning van Isangraille. Op een of andere manier lijkt het me niet
helemaal meer te lukken. Ik heb me toegelegd op alledaagse verhaalopzetten, in
korte verhalen maar ook in lange termijnprojecten en in blogs, maar het is pas
sinds kort dat ik me weer geëngageerd genoeg voel om de ideeën in mijn hoofd
aan papier toe te vertrouwen.
De twee afgeronde korte verhalen die ik schreef, werden door
de enkele vrienden die eerder al proeflazen, best goed onthaald. Dat was een eerste
teken aan de wand: ik kan het nog, schrijven. Fijne gesprekken met een lieve vriendin
(die me als extra aanmoediging een plotschriftje gaf) zorgden ervoor dat dat
teken aan de wand een blijver was. Daarna kwamen de onverwachte mail van een
uitgever die graag met mij wil samenwerken, en de vraag van een andere uitgever
om een bijdrage te leveren voor een themanummer – dat gaf me een heuse schop
terug op het schrijverspad.
Ook lezen heeft zijn positieve effecten op mijn hernieuwde liefde voor verhalenweverij niet gemist. Doorgaans wordt onze kleine draak voorgelezen door de papa, maar de laatste tijd ontdekte de kleine dat ook mama niet slecht is. En op zijn school begeleid ik kinderen van het tweede en derde leerjaar met niveaulezen.
Ook lezen heeft zijn positieve effecten op mijn hernieuwde liefde voor verhalenweverij niet gemist. Doorgaans wordt onze kleine draak voorgelezen door de papa, maar de laatste tijd ontdekte de kleine dat ook mama niet slecht is. En op zijn school begeleid ik kinderen van het tweede en derde leerjaar met niveaulezen.
Nu ik na die periode van stilte die nieuwe boost heb
gekregen, ben ik weer dagelijks bezig met schrijven. Samen met mijn werk als
redacteur bij uitgeverij Zilverspoor/Zilverbron maakt dat me weer duidelijk
waar ik goed in ben: taal.
Ze zeggen weleens: schrijver is een eenzaam beroep. Ik zie
het anders. Hoewel schrijven ook voor mij een passie is, iets waar ik eigenlijk
niet zonder kan, zou ik zonder mijn vrienden en mijn lezers toch erg weinig ‘goesting’
hebben om iets deftigs op papier te zetten. Motivatie om een afgerond,
geloofwaardig en aanvaardbaar verhaal uit te werken, komt niet alleen voort uit
jezelf, maar ook uit je omgeving: een fijne recensie, een kritische
uiteenzetting waar je wat mee kunt, een compliment, iets waardoor je je ineens
veel groter voelt dan je bent. Boost!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten