Toen we pas begonnen met memory – het oude spel dat mijn broer en ik vroeger speelden - ging het nog met de kaartjes open en niet meer dan twaalf. Na enkele keren echter zei Rune zelf: ´Mama, moet ze omdraaien!´ En vanaf dat moment ging het alleen maar beter: het aantal kaartjes verhoogde van twaalf naar zestien naar vierentwintig. Rune wint vaker dan ik, al heeft hij soms nog moeite met het ´elk om beurt´-idee. Het memory-spelletje dat hij van Danja kreeg, toen we op visite waren bij Peter en Claire, is een van zijn favorieten tegenwoordig. Molletje op de step, molletje op de fiets, molletje in de auto… Hij vindt ze uiteindelijk allemaal. En bewust. Ik zie dat handje gaan, zo gericht als maar kan, naar het kaartje dat hem laat winnen. Schitterend gewoon.
Sinds hij naar school gaat, is zijn interesse in puzzelen ook toegenomen. Tot vorig jaar had hij één houten puzzel, van twaalf stukken. Die maakte hij in een oogwenk, net als alle inlegpuzzels die hij heeft liggen. Lange tijd boeide het hem niet. Het duurde even voor wij doorkregen dat hij wellicht uitdaging miste. School veranderde veel. Ineens ontdekte hij zijn puzzels opnieuw en viel onze halve euro dat we naar de winkel moesten. Nieuwe puzzels halen. Hij heeft er nu drie, van om en bij de vijftig stukjes. En die maakt hij, weliswaar met enige hulp, maar hij maakt ze wel. Op school echter liet hij uitschijnen dat hij niet meer dan vier stukjes aankon. Op ouderavond vertelden we zijn juf hoe hij het thuis deed. Ze was niet verbaasd, ze had het vermoeden wel dat hij meer aankon. Dus enkele dagen later verraste ze hem met een puzzel van vierentwintig stukjes. Die hij maakte, met een beetje hulp. Op een briefje dat juf meegaf, schreef ze: ´Knap!´
En dan is er Boomgaard. Een leuk spelletje dat met het hele gezin, maar ook alleen gespeeld kan worden, over een raaf die fruit uit de boomgaard pikt terwijl jij zo snel mogelijk alle fruit moet plukken. De dobbelsteen heeft kleurtjes en natuurlijk de afbeelding van de raaf. Elke keer ligt Rune in een deuk – hij zit gewoon te wachten tot die raaf gegooid wordt, want papa zegt dan heel maf: ´Raaaaaaaaaf!´ En dan mag het raaf-pionnetje een stapje vooruit zetten en het fruit pikken. Je mag één keer raden wie er het meeste wint. Juist ja. Rune.
Spelletjes spelen verandert een kind. Ten goede, bedoel ik. Ik zie hoe Rune elke keer weer leert, dat hij meer en meer begrijpt wat de regels zijn en dat hij zich daaraan moet houden, dat er een volgorde is waarin gespeeld wordt en dat er bepaald verwachtingen zijn: het gooien van die dobbelsteen wekt al schittering in Runes oogjes, want wat zou er deze keer gebeuren? En hoe hij ons dan helpt: ´Papa, je hebt een rode, je moet een kers pakken.´
Los daarvan betekent spelletjes spelen intense kwaliteitstijd samen. Tegenwoordig kan je daar niet genoeg van hebben.