dinsdag 17 december 2013

Kleuterdraak


Hij is pas drieënhalf, maar soms zou ik zweren dat hij al twee jaar ouder is. Dat heeft niet zozeer te maken met zijn lengte, maar met zijn gedrag. Sinds hij naar school gaat, is hij opengebloeid van een verlegen, afwachtend peutertje tot een mondige kleuter die voor in de rij staat als het op deugnieterij en verhalen vertellen aankomt. Een stoer venteke dat weliswaar niet altijd weet wat hij wil (wil je boter op je boterham – nee, ja, nee, ik wil niet, ik wil toch) maar desondanks fel op zijn strepen kan staan als het erop aankomt.

Stoer met de bijhorende gestes, uiteraard: gebalde vuistjes uitdagend in de lucht gepunched, kwajongensgrijns onder glimmende oogjes en opgetrokken neusje, haartjes met gel tot de out-of-bed look gestyled. En dan de oorlogskreet: “Hotdogs!” Of: “Piemelballetjes!”, gevolgd door amper ingehouden gegrinnik. Trots op zijn nieuwe schoenen, trots op een nieuwe trui. Helemaal weg van dinosaurussen, met T-rex en dromaeosaurus voorop.
En dan kom je ook nog eens tot de constatatie dat je het beddengoed van je zoon van drieënhalf al een week niet hebt moeten verversen. Zeven nachten waarin hij rustig doorsliep, zonder huilend wakker te worden van een natte broek, zonder dat hij daar als een verloren schaapje in de badkamer staat te rillen terwijl je hem zijn pyjamaatje uittrekt en hem wast.

Ons draakje wordt groot. Even slaat de schrik je om het hart: het gaat zo snel. Zo is hij nog klein en hulpeloos, zo stuift ie zonder schrik de trap af om zo snel mogelijk met zijn nieuwe auto’s te gaan spelen. Morgen staat ie ineens naast je bed en vraagt om een brommer. Argh! Maar dan kan komt hij ineens bij je op schoot, slaat zijn armpjes om je nek en streelt je haar, terwijl hij met zijn plakmond tegen je wang mummelt: “Je weet dat ik van je hou, hè. Niet vergeten!” En dan wil hij weer even klein zijn. Je slaat je armen om hem heen, probeert de babygeur van weleer in zijn haartjes te ruiken – maar je ruikt alleen die gel, natuurlijk – en je voelt de zachtheid van zijn wangen. Laat het maar even duren, die kindertijd, waarin knuffels en kroelen nog opgeëist worden…