maandag 4 mei 2020

De magie van boeken

Ik kan me al niet meer herinneren hoe dikwijls ik naar The Song of Achilles heb geluisterd, geschreven door Madeline Miller, verteld door Frazer Douglas. Zelden las ik een boek dat me zo raakte en zo hard bij me blijft. En daarom, net zoals er van die boeken zijn die ik telkens opnieuw kan lezen, is dit tot dusver het enige waar ik telkens weer naar kan luisteren. Ik kreeg het via Audible, van een vriendin, die ik alleen al hiervoor eeuwig dankbaar ben.

Ik lees momentel Warrior Cats, boek twee van serie twee, voor aan mijn zoon. Het is een verhaal dat zich met elke kat, elk hoofdstuk dieper in mijn wezen verweeft. Ik moet alleen hard mijn best doen over de vele, vele, en vaak afschuwelijke spellings-, tik- en vertaalfouten heen te lezen. Als schrijver en editor kan ik me daar ontzettend over opwinden. Maar de verschijningen van Spikkelblad als spirituele gids, maken me dan weer zo emotioneel dat mijn kind het hoort in mijn stem. Het heeft wellicht te maken met hoe ik onze eigen katten ervaar, en met mijn eigen spirituele aanleg/interesse en verlangen naar sterren en maan - ik geloof sterk in energieën, in zielsherkenning, en ik maak weleens maanwater en doe zuiveringsrituelen met salie en zoutschalen.

Het doet me ongelooflijk deugd dat mijn zoon ook zo van lezen houdt. Wanneer zijn hoofd genoeg heeft van Minecraft, durft hij al snel naar een van zijn boeken te grijpen. Momenteel leest hij Het Zonnepad van de Warrior Cats, over het allereerste begin van de Clans. Tegelijk leest hij Pluisje is Verdwaald, van Holly Webb. Het is een boek dat hij eerst bij de bibliotheek leende, in het tweede leerjaar, en daarna van zijn eigen centjes kocht. Hij heeft er een gewoonte van gemaakt om twee of drie boeken tegelijk te lezen. Op een of andere manier geeft hem dat meer structuur.

Onze liefde voor verhalen vertaalt zich ook in onze dagelijkse bezigheden. Een gebeurtenis of een woord in de krant kan al genoeg zijn om onze verbeelding te wekken, waarbij we ons bijna verliezen in onze eigen verzinsels, die overigens vaak doorspekt zijn met sarcasme of simpele opgetogenheid. Mijn kind strooit dan de moeilijkste woorden, met meerdere betekenissen maar steeds gebruikt in de juiste context en situatie, in het rond; echter, bij zijn schoolwerk beperkt hij zich tot bijna basiswoorden, alsof hij zich schaamt voor het feit dat hij weet wat hij weet.

Ik hoop toch dat hij op een dag trots is dat hij over een grote, rijke woordenschat beschikt, in plaats van beschaamd.