De fietsveiligheid van de schoolgaande jeugd staat ineens weer
volop in de kijker – al moesten daarvoor eerst een triest aantal jongeren een
(dodelijk) ongeluk krijgen. Met alle respect, maar de verkeersveiligheid
tegenwoordig laat al veel langer te wensen over.
Gemeentes verschuilen zich achter ‘er staat al een bord
maximum 30’ of achter ‘wij kunnen niets meer doen, de school is eveneens
verantwoordelijk’. Intussen razen auto’s, vrachtwagens, motoren en bussen
doodleuk aan meer dan 30 door de straten – en waar geen snelheidsbeperking
geldt maar je misschien zou mogen uitgaan van gezond verstand, geldt het recht van
de sterkste.
Wij wonen op pakweg 4km van de school waar onze zoon heen
gaat. Voor mij betekent dat elke dag een halsbrekende toer door de dorpswijk,
via een verboden-voor-auto’s wegeltje naar een doorgaande weg richting school.
Onderweg kom ik geen enkel fietspad tegen, wel veel fietsers en voetgangers. De
maximum toegelaten snelheid is 50km per uur. Er is amper een gemotoriseerd
vehikel dat zich daaraan houdt; zij die er wel rekening mee houden, kan je op
één hand tellen.
Sinds de school begonnen is, ben ik alweer bijna drie keer van
de baan gereden, minstens één keer gecoupeerd door een wagen die dacht nog snel
even voorlangs te schieten, en minstens twee keer moeten afremmen voor een
wagen die van de andere kant kwam en een groep fietsers wilde inhalen – had ik
in dat geval gewoon doorgereden, zoals feitelijk mijn recht was, had ik kloef
op de auto gezeten. In die straat geldt ook een voorrang-van-rechts regel;
misschien ideaal voor wagens, maar veel minder voor fietsers, niet in het minst
omdat wagens aan hoge snelheid het kruispunt naderen en – zoals ik al meermaals
mocht meemaken – niet eens kijken voor ze doorrijden. De laatste echt
gevaarlijke weg waar we overheen moeten, is van middenbermpjes/vluchtheuveltjes
voorzien. Nodeloos te zeggen dat zowat iedere chauffeur daar spookrijdt, omdat
ze niet willen inhouden achter een fietser. Ook daar gebeuren vaak van die
net-niet-ongelukken met scholieren, auto’s en vrachtverkeer.
Onze zoon van dik drie kan met zijn fietsje met zijwieltjes
perfect van thuis tot school rijden. In de vakantie hebben we dat ook een paar
keer gedaan. Maar in de vakantie rijdt het verkeer anders – minder gestressed,
minder snel, minder gevaarlijk, en vooral minder veel. Nu is het geen doen
meer, voor de veiligheid van mijzelf en onze zoon durf ik het niet aan. Andere
ouders, met oudere kinderen zie ik voortdurend om zich heen kijken naar hun
fietsend kroost, waarschuwend, roepend, paniekerig soms. Naar school fietsen is
stressen. Eén misstap, en je ligt onder een auto.
Het zou makkelijk zijn om het naar de fietsers te schuiven.
Ja, het is zo dat scholieren vaak niet voldoende uitkijken, dat ze zich niet
voldoende bewust zijn van de gevaren, en zich dikwijls gedragen alsof zij de
enigen op de weg zijn. Maar dat is algemeen bekend. Net zoals het algemeen
bekend is dat men in de directe nabijheid van een school slechts 30km per uur
mag rijden. Het is triest dat ook algemeen bekend is dat die snelheid nogal
dikwijls met de voet (op het gaspedaal) getreden wordt.
Het kan geen kwaad om op de scholen meer lessen over
verkeersveiligheid en –verantwoordelijkheid te geven. Het kan evenmin kwaad om
chauffeurs van gemotoriseerde voertuigen (wagen, motor, tractor, vrachtwagen)
bewust te maken van hun eigen gedrag op de weg, en hun verantwoordelijkheden
jegens andere weggebruikers. Zeker waar er geen fiets- en/of voetpaden zijn, en
waar deze paden niet gescheiden zijn van de rijbaan.
Waar wij wonen, zijn geen fietspaden. Ook geen voetpaden.
Iedereen begeeft zich op de straat, waar men maximum 50km per uur mag. Deze
straat is een directe doorsteekroute van de ene grote baan naar de andere, en
naar een weegbrug wat verderop. Alle vrachtverkeer, alle tractoren en het gros
der auto’s komt door die straat gedenderd. Aan meer dan 50 per uur. Ja, zelfs
de vrachtwagens. Onze straat komt uit op die straat, wij wonen er vlak bij.
Onze straat is een sluiproute voor het vrachtverkeer naar de weegbrug. Alles scheurt
hier aan hoge snelheid door, hoe kort de straat ook is.
Ik heb daarover contact gehad met de gemeente. In juni. In augustus kreeg ik, na een tweede mail van mij, een reactie. De gemeente stelt dat
ze de politie niet kan opdragen meer actie te ondernemen, maar dat men van de
politie wel al ‘een flitswagen’ heeft geposteerd in die straat en dat goed
opgevolgd heeft. Ik heb daar zelf nooit flitsauto’s gezien, en het gros der
chauffeurs rijdt er nog altijd aan volle snelheid door. Maar goed. Er worden
plannen voorzien voor de herinrichting van die straat – wat die dan mogen zijn,
geen idee. Niemand in de buurt weet ergens van.
Had ik niet geklaagd, had ik ook niets geweten.
Hoe mogen wij dan begrijpen dat de gemeente zorgt voor zijn
inwoners?
Als je elke dag, zoals een moeder in De Morgen stelt, op 1km
tien keer je hart vasthoudt als je je kind met de fiets naar school brengt? Ik
woon niet eens in een grote stad zoals zij, maar ik ervaar precies hetzelfde,
en heus niet alleen als ik mijn kind naar school breng.
De gemeente zou meer mogen sensibiliseren, er moet een
mentaliteitsverandering gebeuren, mensen moeten zien dat iedereen op de weg een
verantwoordelijkheid heeft en dat het niet alleen om ‘snel snel snel’ gaat. Wees
je bewust van wat je doet als je rijdt, wees je bewust van wat je ziet. Voel je
gaspedaal onder je voet, voel de motor. En zie vooral die andere weggebruikers:
auto’s, fietsers, voetgangers. Anticiperen is een kunst die velen ooit wel
geleerd hebben, maar wellicht verleerd zijn. Het is iets wat ik van mijn eigen
rijlessen altijd onthouden heb – mijn vader heeft me dat letterlijk ingepeperd.
Kijk altijd vooruit!
Mindful driving,
zou dat wat zijn?