Waar ik woon, draagt men de anderhalvemeterregel sowieso al niet hoog in het vaandel , en afgaand op de ervaringen van de zaakvoerster van een lokale espressobar lijkt de gemeente, die nochtans blauw en geel kleurt, zich ook niet erg veel zorgen te maken over het lot van de middenstand. Corona heeft hier, in mijn ogen, vooral het grauwe en weinig sociale benadrukt. Zo gaan de meeste mensen met opzet nog breder lopen of fietsen als ze mij, of mij met mijn zoon, zien aankomen; dan lopen wij netjes achter elkaar en kunnen ook niet verder aan de kant omdat we anders een gevel schampen dan wel in de goot belanden, en nog presteren die tegenliggers het om nog meer ruimte in te nemen zodat de anderhalve meter niet gewaarborgd is en mijn zoon naderhand ontzet vertelt hoe hij zijn adem heeft ingehouden. Knap werk, hoor, Noorderkempenaars. Al de mooie teksten op sociale media en de gemeentepagina ten spijt: knap werk.
Toegegeven, nu de nachtwinkel om 22u reeds de deur moet sluiten en cafés en restaurants gesloten zijn, is er veel - ontzettend veel - minder overlast op straat. Geen strontzatte jeugd meer die, geweigerd bij de cafés wegens minderjarig, bij de nachtwinkel massaal alcohol inslaan en dat al lopend en lallend binnen kappen, waarna de lege - soms halflege, soms dubieus gevulde - flessen ergens op een vensterbank of een dorpel worden gezet. Het stemt me blij dat ik al weken geen dronken gebral heb gehoord om 2u 's nachts, en ook geen "Sieg Heil", eindeloos gescandeerd vanaf het centrum, door mijn straat, naar ergens in de uithoeken. Ik heb mijn bloembakken terug op de vensterbank durven zetten vooraan; vorige zomer werden die nog gezien als ideale doelen om te vandaliseren (en er kwam géén reactie op mijn melding bij gemeente of politie).
corona heeft hier, in mijn ogen, vooral het grauwe en weinig sociale benadrukt
Er is ook beduidend minder vervuiling. Die bestaat wel nog steeds uit sigarettenpeuken, plastic verpakkingsmateriaal, en veel vuil zand, maar de goten liggen er wel verrassend ... bij gebrek aan een beter woord: proper, bij. Ook daarover heb ik meermaals gemaild met de gemeente. Ook daar kwam nauwelijks reactie. Ik probeer een brave burger te zijn; ik wil van deze grauwe en vieze doorgaande weg graag iets kleurrijks en ontwapenends maken, maar als de gemeente er niet achter staat en de buren vooral op zichzelf zijn en weinig ruimte laten voor toenadering, dan bereik je als individu weinig. Nu corona zo veel heeft platgelegd, komt ook zeer duidelijk naar voren hoe slecht wij mensen voor onze eigen buurten zorgen. Ik lees in de krant zo vaak hoeveel nauwer het contact met buren is geworden, hoeveel solidariteit er heerst - maar niet hier. Ik denk wel eens, bestaat ze wel echt of zijn het alleen maar utopische verhalen over goede burgerzin en saamhorigheid? Nochtans weet ik dat het kan: ik kom oorspronkelijk uit Gent, ben daar geboren en getogen tot het leven anders besliste. Ik heb ontzettend veel geleerd sinds die verhuizing, die ... ik zou bijna durven schrijven: minimalisering. En wat ook de huidige voordelen zijn aan het huidige woonadres, toch blijf ik Gent missen, als solidaire en sympathieke stad, waar ik voelde dat ik deel uitmaakte van een groter geheel. Waar ik verbonden was.
Afijn ...
nu de nachtwinkel om 22u reeds de deur moet sluiten en cafés en restaurants gesloten zijn, is er veel - ontzettend veel - minder overlast op straat
Dezelfde gemeentelijke je-m'en-fou-houding geldt voor het gigantische parkeerprobleem, iets wat al jaren bekend is maar waaraan niks wordt gedaan. De parkeervakken zijn letterlijk vrij parkeren, dus iedereen doet maar wat, schots of scheef, het maakt niet uit. Tel daarbij de talloze bestelbussen van klusdiensten, bouwvakkers en dergelijke, en de parkeerruimte is snel ingevuld. Met een huisarts, zonnecenter en fitnesscentrum in mijn directe buurt moet je nochtans geen groot denker zijn om te beseffen dat daar voldoende parkeergelegenheid nodig is. Anderzijds is het evenmin exacte wetenschap om te beseffen dat mensen al te gemakkelijk naar de wagen grijpen, zelfs voor een korte rit.
We mogen nu wel meer te voet of met de fiets doen - en dat verschil is wél duidelijk, zeer op de doorgaande weg - maar ik heb een stinkend vermoeden dat oude gewoontes weer heel snel op de voorgrond treden zodra we weer de normaliteit - lees: het pre-coronatijdperk - induiken. Dat de goten weer snel vol liggen met drie keer meer peuken, gedeukte bierblikken, kapotgeslagen glazen flessen. Dat mijn bloembak weer drie huizen verder uitgekiept op de stoep ligt. Dat het weer zoeken is naar parkeerruimte of dat ik weer naar de politie moet bellen omdat een onoplettende zijn/haar wagen voor de garagepoort heeft gezet. Dat het weer wakker schrikken is in het midden van de nacht, omdat een groep ladderzatte idioten het nodig vindt vlaamse schlagers aan te heffen, dan wel racistische leuzen te scanderen.
Ik hoop van niet, natuurlijk. Ik wil graag mijn bloembakken nog even laten staan.