woensdag 23 december 2015
Heb ik de winter gemist?
Vorige week vloog er nog een honingbij langs, en een citroenvlinder. Wolken kleine muggen dansen boven het gras. Gisteren ging er een vlucht ganzen over, terug richting noorden. En de ringmussen zijn alweer weg; die zien we hier alleen in de winter.
Veel mensen vinden het geweldig, die zachte temperaturen, en ik ga er niet om liegen - ik rouw ook niet bepaald om die felle kou die tot in mijn botten gaat zitten. En toch. Gezond voor de natuur is het niet meteen. Gisteren vonden we een dode groenling met een joekel van een teek in zijn keel. Een teek! In december! Er zijn, weinig verrassend, ook berichten van egels die nog altijd rondscharrelen, zich niet bewust van de kalender die allang winter aangeeft. Het doet me vrezen voor het moment dat er wel degelijk een vorstpiek aankomt. Al die dieren en planten (de ribes is aan het botten, de rozemarijn bloeit), die ineens overvallen worden, totaal onvoorbereid ... Ik vrees voor een drama voor de insecten en de vogels. En in de lange lijn dus ongetwijfeld ook voor ons. Al zijn er ook die dat met klem (blijven) ontkennen. Op den duur is het moeilijk de ernst van de situatie in te zien. De een zegt dat dit nog maar het begin is, de zachte winters en minder neerslag, de ander zegt dat je je nergens druk om moet maken tenzij om de hoeveelheid vervuilde lucht die overal dood en verderf zaait.
Afijn. Ik ben maar een kleine garnaal en ik zie al wat het doet in onze tuin, dus ik kan me wel een béétje een beeld vormen wat het doet elders.
Los van de ellende voor de natuur: het is ook dat algemene wintergevoel, dat bijtende-kou-en-dan-warme-chocomel-idee dat mist. Ik heb nooit echt veel gehad met een witte kerst, maar wel met winterwandelingen. Een warme chocomel is best lekker, maar geeft toch niet die speciale winterse voldoening.
Ja, ik hoor je denken: zeurkous. Wees blij, geen verkeersellende, geen glibberende fietsen, geen bevroren brievenbus, geen geklappertand. Maar geef toe: het klopt gewoon niet. 13-14 graden op een paar dagen voor Kerstmis! (Ik vraag me ineens af: zouden mensen depressief worden, nu er geen winter is? Zou dat dan gezien worden als een nieuwe welvaartsaandoening, die gepaard gaat met de opwarming van de aarde?)
Ongetwijfeld is het een kwestie van loslaten en accepteren, weliswaar zonder te vergeten dat we wel kleine dingen kunnen doen om de opwarming te stuiten. Want ook al kunnen we geen intense kou bij Bol bestellen, er is genoeg dat we wél kunnen doen.
vrijdag 4 december 2015
Een ode aan demonendingen en de zee van warmte
Soms zijn er dingen uit het verleden die je ineens weer inhalen, dingen waarvan je dacht dat je ze allang en breed begraven had - je stond bovendien te dansen op hun graf, dus waar halen ze het lef vandaan om als een bende zombies weer tevoorschijn te komen? - en soms er ook dingen uit de toekomst, die nog niet eens gebeurd zijn maar waarvoor je al heel lang zo intens bang voor bent dat ze ineens akelig echt aanvoelen.
Het is al erg genoeg als een van die dingen ineens voor je voeten rolt, maar als ze allemaal tegelijk de heuvel afkomen, dan wordt het pas behoorlijk pittig.
Je rent en rent, en je blijft rennen - maar BAM, daar is het al, met zijn allen, want dan pas heeft het écht impact - en je ziet jezelf liggen, als een cartoonfiguurtje, waarvan alleen de benen en armen uitsteken vanonder een gigantisch rotsblok dat uitgerekend plat óp jou tot stilstand komt.
Splut.
En dat is het breekpunt. De streep. Je ziet het niet meer - logisch, je ligt onder dat rotsblok - en het enige wat er nog over lijkt te zijn, is je ingraven en zorgen dat niemand je ooit nog vindt - makkelijk, met die rots.
In de grond hoor je de aardwormen. De mieren en de kevers. De occasionele mol. Hé, wegwezen, jij, hier is geen plek voor jou. Ik heb genoeg aan mezelf, leef jij jouw leventje maar. Je kunt weinig menselijks meer horen. Alleen het eeuwige geknars en geschuifel. Langzaam, heel langzaam word je je bewust van het leven om je heen. Een zaadje ontkiemt. De regen valt. De zon schijnt. Een merel danst, en een worm laat zich vangen. Een streepje zon dringt je donkere hol binnen en iemand roept: "Hé, gaat het wel, daarbeneden?" En je schrikt, want je wilt helemaal niet dat iemand je hier vindt, diep in de penarie, want je bent beschaamd dat het zover is gekomen, dat je nu zo zwak bent, en tegelijk wil je het wel, want die rots, die krijg je nooit van z'n leven alleen weggerold, en heimelijk wil je gewoon weten dat je niet alleen bent.
Dus je antwoordt, onwillig, aarzelend, en toch tegelijk hoopvol: "Jawel, het gaat. Maar ..."
En dat is het begin van herstel.
Meerdere iemanden komen samen om dat rotsblok weg te duwen. Hé, is dat Lowie, en Cezaar? En Margootje? Whoa, en zelfs Irène en Cecilia! Jij maar denken dat je niets betekende - ha, maar dat was natuurlijk de invloed van die demonendingen uit het verleden, die je overtuigden van je minderwaardigheid. Dat kan je nu wel zien. Je laat je uit de kuil helpen. Dat rotsblok blijkt niet eens zo groot. Het is alleen heel, heel zwaar.
"Maar er is toch niemand die zegt dat je het alleen moet dragen!" zegt Nico, die er net bij is gekomen,
"Je weet toch dat je altijd mag bellen, dat we je altijd willen helpen," voegt Cecilia toe. Ze heeft zo'n geruite doek om haar schouders geslagen en haar ogen kijken je vorsend aan, boos bijna, omdat je het lef had haar níét te bellen.
En je weet het wel, je had ze wellicht allemaal kunnen bellen, je vrienden, die onwrikbare rotsen in de branding, en toch heb je je laten weerhouden - door de demonen en hun overtuiging dat je toch op een ongeschikt moment zou bellen, of dat je hen zou vervelen met waar je mee zat-zit-zat. Zelfs nu, terwijl zij zich hier om je heen geschaard hebben, vind je het moeilijk te geloven dat ze dit voor jou gedaan hebben. Voor jóú!
Het is een kwestie van durven. Ogen dicht en springen, in die zee van warmte. Klinkt melig? Misschien wel. Maar na jaren en jaren van onzekerheid en voortdurend piekeren ís het effectief een zee van warmte. En je springt. Doodeng. Want de realiteit is natuurlijk geen eeuwig warme zee, en diep vanbinnen weet je dat ook wel. Sommige dingen veranderen. Sommige relaties veranderen. En er zijn heel veel dingen die ondanks alles niet veranderen.
Die verwenste demonendingen zullen zich nooit zomaar laten verdrijven. Beter om ze te accepteren en ermee te dansen, want eerlijk, ze houden je alert, zodat je niet naast je schoenen gaat lopen na die onderdompeling in de zee van warmte. Stel je voor, dat je zo verwaand wordt dat je vindt dat iedereen jou als vriend moet hebben. Nee, dank je feestelijk. De stress die dáár bij komt kijken, is zelfs niet in woorden te vatten.
Dansen, dus. Niet wegduwen, niet begraven. Want die dingen hebben je voor een groot deel gevormd tot wie je nu bent - je gaat jezelf ook niet afwijzen. Niet meer. Daar ben je nu sterk genoeg voor, alleen vergeet je dat nogal eens. Hoe sterk je bent.
Je leert loslaten, die overtuigingen, die gedachten, die periode dat je in die put zat - je hebt het meegemaakt, het is voorbij, en je was niet alleen. En je aanvaardt die wals, en die discomoves, en voor je het weet, valt alles vreemd genoeg toch weer op zijn plek. Het duurt misschien wel even, maar uiteindelijk sta je weer met beide voeten stevig geaard, vol nieuwe energie.
Je kijkt naar het rotsblok. De kevers en mieren kruipen eroverheen. De merel fluit een vrolijk lied en de mol steekt heel even zijn neus uit zijn hol. En je beseft dat het eigenlijk allemaal zo slecht niet is. Want daar komen zij ook aan, je zee van warmte: Nico, Cezaar, Lowie, Margootje, Irène en Cecilia. En je weet dat als het eropaan komt, je die zee hebt om je te laten opvangen.
Aan al mijn vrienden: een hele dikke merci. Voor wat geweest is, wat is en wat nog moet komen.
maandag 2 november 2015
De polsschool was een succes!
Wat niet betekent dat ik niets meer hoef te doen. Het is eigenlijk alleen dankzij dagelijkse oefeningen die me aangeleerd zijn, dat ik de kracht in mijn beide handen heb weten te verdubbelen en dat de pijn in mijn polsen en vingers zelfs na snoeien en schrijven op dezelfde dag uitblijft. De scherpe pijn die deel uitmaakte van elke hand-polsbeweging heb ik nu alleen als ik in mijn achteloosheid een zware deur met vlakke hand openduw. En heel soms als ik water uit een kan giet. Ik moet nog steeds doseren, maar schrijven gaat zoveel makkelijker nu mijn handen meewerken.
Met andere woorden, ik kan eindelijk zeggen dat er een deel is van mijn lijf dat géén noemenswaardige pijn meer lijdt. Hoera!
zaterdag 3 oktober 2015
Bijwerkingen - yay *not*
Gisteren moest ik weer naar de revalidatiearts, en weer voor een opstoot van pijn in mijn bekken. Vorige keer was er al een MRI-sessie aan te pas gekomen om zeker te zijn dat het geen reumatische aangelegenheid was. En ook nu blijkt het om een fibromyalgie-feestje te gaan.
Maar hoe kan dat dan, vraag ik. Ik doe immers mijn oefeningen, ik hou rekening met mijn grenzen.
Hij schudde zijn hoofd en verklaarde dat ik ondanks dat toch een opstoot kan krijgen. Door overbelasting. Al zal bij mij het risico kleiner zijn omdat ik mijn therapie opvolg. Bij de meeste patiënten is nl. het niet doen van de oefeningen de aanleiding - "maar ik ken u al zo lang, bij u ligt het daar niet aan."
Dus nu moet ik meer medicatie nemen. 's Avonds een dubbele dosis tramadol. Dat heb ik geweten... Ik werd deze nacht niet wakker van de pijn, maar van misselijkheid, ziek gevoel en duizelingen. Ik lag niet in bed; ik lag in een draaikolk. Pas vanochtend ging het beter. Alleen was het dan ook weer tijd voor de volgende, enkele dosis.
En vanavond opnieuw.
Waarom kunnen er geen leuke bijwerkingen zijn?
woensdag 30 september 2015
Korte nacht
Pff... Net wanneer je nood hebt aan een goede, vaste slaap word je om de haverklap wakker... door gekke dromen, (elkaar) pestende katten en een hoestend kind.
En dan gaat onherroepelijk de piekermolen aan - kind geen verkoudheidsbalsem opgesmeerd en gister zonder sjaal naar huis gefietst, katten hebben honger maar ik heb geen zin om op te staan, ik miet eigenlijk wel opstaan want ik heb die deadline niet gehaald, en als ik dan opsta en toch aan die pc zit kan ik gelijk ons Fantastelsverhaal afwerken en Harries verhaal lezen en... o nee, ik zou beter rusten en dus blijven liggen want mijn lijf doet pijn en ik heb vrijdag weer consult in het ziekenhuis en dat is weer een lastige rit en...
Zucht. Toen Troel me om 5u30 subtiel beet - jawel, zij kan dat, lukte slapen ook niet meer. Toch "maar" een halfuur eerder dan de wekker mijn bed uit.
Koffie gezet. Een hele kan vol. Die ga ik nodig hebben.
woensdag 2 september 2015
"Wees niet te streng voor jezelf"
Ik heb ze een hele middag door mijn hoofd laten buitelen, na een ochtend in het ziekenhuis (consult bij de dokter die zich bekommert om mijn polsen en handen) en de daarop volgende chaos thuis met een kind dat zowel moe als hyper is vanwege het nieuwe schooljaar ("en weet je, mama, ik ben dus een blauwtje, hè, een blauwtje" in het nieuwe klassysteem, gevolgd door "mama, je raadt nooit wat ik heb gezien in de tuin, een dikke vette hommel, ik heb een dikke vette hommel gezien!").
Ik heb inderdaad de neiging hard te zijn voor mezelf, en na voldoende gepieker denk ik ook te weten waarom: voor ik zoveel minder kon, heb ik er nooit bij stilgestaan hoe 'normaal' het is dat je aan het tempo werkt, rent en leeft dat je vanuit je omgeving, de maatschappij opgelegd krijgt. Ik sportte en ik beklom bergen (nou ja, de Snowdon), en ik kon 's avonds ook 'eventjes' op en neer naar Gent voor een avondje uit met mijn vriendinnen.
Dat kan nu dus niet meer. Net zoals heel wat andere dingen die ik niet meer kan of mag doen, dingen die ik jammer vind en waarover ik me best wel eens flink zielig voel. Dat ik meer hoofdpijn heb, dat ik minder uithouding heb, dat ik sneller moe ben en minder goed mijn aandacht bij gesprekken kan houden. Dat ik minder kan doen met mijn dierbaren, dan ik zou willen.
Maar...
Ik ben er wel aardig goed in geworden om te zien wat belangrijk is. Dingen die ik vroeger als zo vanzelfsprekend beschouwde, waardeer ik nu des te meer - kleine dingen zoals het gekwetter van een zwaluw of de kreet van een bosuil, maar ook de berichtjes van vrienden, kaartjes, kleine gebaren die laten weten "hé, ik ben je niet vergeten". Of dat mijn kleine draak een tekening maakt met een lachend gezichtje op omdat hij zo blij is met me. Of hubbie die me ineens toch verrast met iets wat voor hem totaal niet vanzelfsprekend is - zoals even helpen met het een of het ander, of een boodschap gaan doen die ik hem niet gevraagd heb (maar wel nodig had). Of een vriendin die speciaal naar me toe kan komen omdat ze weet hoeveel moeite het mij kost om tot bij haar te gaan. Of de katten die toch het liefst van al bij mij zijn, en lekker tegen me aan komen schurken als ik me minder fijn voel.
En ik kan misschien niet meer rennen als een dartel veulen, maar binnen de grenzen kan ik wel idioot staan springen als een geitenbokje samen met de kleine, en dat is minstens zo leuk. Ik heb laatst 10 minuten gebadmintond, wat heel erg fijn was - en wat ik heel erg gemist had. Dat ik al heel wat boeken en verhalen op mijn naam heb staan. Dat ik gejureerd heb in prestigieuze wedstrijden zoals de Brugse FantasyStrijd en de Paul Harland Prijs (nu Harland Awards). En redacteur ben bij een Nederlandse uitgeverij, geen sinecure voor een Vlaamse, mind you.
Dat ik moeder ben van een geweldig kind dat hard zijn best doet om te helpen, en leergierig is, en heerlijk actief is. Dat ik samen ben met iemand die ondanks alles toch nog altijd aan mijn zij wil staan - dat die me verrast met bloemen op onze trouwdag, zonder dat ik hem daaraan moet herinneren *grijns*
Dus nee, het is niet allemaal zo donker. Het is allemaal relatief.
En ik denk dat ik best trots mag zijn op mezelf. En dat als het minder gaat ik inderdaad niet te streng moet zijn voor mezelf en ook altijd voor ogen moet houden dat ik sterker ben dan ik denk.
:-)
zaterdag 15 augustus 2015
De polsschool: "Doet het pijn?" -"Nee, het is werkende spier!"
En hé, vanavond kon ik voor het eerst sinds heel lang mijn rugoefeningen meteen goed uitvoeren, zoals het hoort, en niet met horten en stoten zoals ik het al te lang gewend was!


Het is wel super fijn dat de kinesisten en ergotherapeuten daar enorm tevreden zijn met de vooruitgang: ik ben blijkbaar nogal snel met het onder-de-knie-hebben van de oefeningen en de uitvoering ervan.
woensdag 5 augustus 2015
Tijger is terug!


donderdag 23 juli 2015
Tijger is nu al 6 dagen vermist...


We missen hem hoe dan ook keihard en zullen ons zorgen blijven maken tot hij terug hier bij ons is. In de tussentijd blijven we elke avond roepen, wandelingen maken, en Lapje troosten - Tijgers zusje - die echt niet begrijpt waar hij heen is.
Dichteres So Fie verwoordt het zo mooi dat ik sterk geneigd ben te geloven dat hij inderdaad een zomers tochtje is gaan maken, geleid door de heerlijke zomergeuren, het gezoem van insecten en getjilp van de vogels. Dat hij eindelijk gehoor heeft gegeven aan de roep van de wildernis die hij als kitten al had. En dan kan ik alleen maar hopen dat hij veilig is en zich rot amuseert. En na verloop van tijd de knuffels mist en terugkomt.
dinsdag 14 juli 2015
Overpeinzingen over leven met voortdurende pijn


dinsdag 30 juni 2015
De empathische kracht van katten

dinsdag 23 juni 2015
(voor)Lezen
En we keken ook eens in onze eigen jeugdboekenverzameling. We vonden De Kleine Kapitein van Biegel, en Het Oneindige Verhaal - beide vielen zeer in de smaak, hoewel de laatste nog niet volledig uit is, en we bij de eerste vastgelopen zijn in het tweede deel.
Gisteravond, toen hij al lang moest slapen, 'betrapte' ik hem met De Glibberende Kwallenbende op schoot in zijn bed. Hij keek me heel onschuldig aan, met van die grote ogen, en fluisterde toen: "Ik wilde nog een beetje lezen..." Niet dat hij al echt kan lezen, maar soit, het idee is goed. Ik vond het best grappig en ook wel tof, dus gaf hem nog tien minuten extra tijd. Om half negen moest het licht écht uit. ;-)
Vanochtend stond hij op, maar ging gelijk terug naar zijn kamer, waar hij bleef hangen - met inderdaad De Glibberende Kwallenbende, "want ik wil verder lezen". Dat nam hij uiteindelijk mee naar beneden, half lezend de trap af, waarna hij zich in de zetel nestelt en druk begint te bladeren, en helemaal in het boek gezogen wordt.
zaterdag 6 juni 2015
Vanavond een kortje
donderdag 28 mei 2015
Soggen - argh!
Al enkele dagen zit ik vol ideeën en ook goesting om te schrijven. Alleen vind ik het zo bizar dat het me zoveel moeite lijkt te kosten om er echt voor te gaan zitten, en daar heb ik al enkele maanden last van. Steeds lijk ik iets anders te moeten/willen doen, huishouden, opruimen, aanmodderen in de tuin… terwijl mijn drang om (eindelijk) een van mijn vele projecten rond te krijgen, toch zo groot is.
Waar komt dat soggen toch vandaan?
Ik ging even op zoek via Google, en kwam terecht op de website Letterstroom.
Zo ernstig dat er zelfs een werkwoord voor is.
Soggen.
Dit betekent dat je schrijfontwijkend gedrag vertoont.
Soggen klinkt best vriendelijk en vrolijk, maar het is gewoon naar uitstelgedrag."
Ah, dit komt misschien dichter in de buurt: twijfel. Ik weet dat ik voor dit specifieke project de lat zeer hoog ligt. Niet alleen door mezelf zo gelegd, maar door de uitspraak van een uitgever, die het aldus verwoordde: "Als je dit goed weet uit te werken, dan heb je echt je magnus opus rond."
Hm.
Oké. Sog-explosies, daar doe ik dus niet aan mee.
Hup, butt in chair en schrijven!
Drama in de tuin - deel 2

maandag 18 mei 2015
Drama in de tuin
![]() |
De overlever Foto: thirza-meta |
zondag 10 mei 2015
Blij zijn met wat je hebt
Er is uiteraard al veel onderzoek verricht naar geluk en wat we kunnen doen om die staat te bereiken. Leo Bormans schreef er een interessant boek over "Geluk, The World Book of Happiness", dat ik zelf ook las, en waaruit ik enerzijds onthou dat we inderdaad gelukkiger zijn in samenlevingen waarin tijd en aandacht aan elkaar wordt geschonken en anderzijds dat we ook voldoende stil moeten staan bij wat er is, en niet bij wat een ander is of heeft. Soms zijn het zulke kleine dingen, die een wereld van verschil kunnen maken - een kaartje sturen, een berichtje, om te laten weten dat je aan iemand denkt, bijvoorbeeld - en dan niet alleen voor jezelf, maar ook voor die ander. Of schenkingen aan een goed doel, die jou zelf een goed gevoel geven, want je draagt iets bij aan een grootse zaak - groots in omvang, groots in wereldbehoud.
Ik had er nooit eerder zo over nagedacht, maar inderdaad: dat ik maandelijkse bijdragen lever aan verschillende projecten van Natuurpunt, jaarlijkse schenkingen doe aan het Rode Kruis, maar ook aan lokale verenigingen zoals de KSJ, de voetbalbond en de turnkring, geven inderdaad het gevoel dat ik enerzijds iets goed doe, maar ook dat ik betrokken ben. En dat maakt dat ik me best een goed mens voel, tevreden met wat ik doe maar ook met wie ik ben.
En toch kruipt er dan weer twijfel in: doe ik wel genoeg, ben ik wel genoeg, héb ik wel genoeg?
Ongemerkt blijk ik mezelf weer te vergelijken - met werkende mama's, want ik kan niet meer werken, met gezonde sportieve mama's, want ik kan niet meer sporten, met sterke onafhankelijke vrouwen, want ik zie mezelf al lang niet meer zo.
Hm.
Ik leun achterover, starend naar wat ik net geschreven heb.
Is dit niet een tikkeltje overdreven pessimistisch? Stom ook, eigenlijk, om mezelf te gaan vergelijken met beelden, ideeën die compleet onrealistisch zijn. Ik ben nu eenmaal fysiek niet meer in staat om voltijds te werken (leve de fibro en de reuma), ik moet mijn energie verdelen over een hele dag (tien prachtige lepels kracht per dag, en dan nog goed afwegen: The Spoon Theory), ik heb een huishouden met een zoon van 5 en een hard werkende echtgenoot, 6 eigenzinnige katten, en een heerlijke tuin die zich in deze tijd van het jaar van zijn beste kant laat zien, ik ben een schrijfster met intussen 7 boeken op de plank (Thirza Meta), ik redigeerde heel wat romans voor verschillende uitgeverijen, En daarnaast doe ik nog tal van andere dingen waarvan ik een paar jaar geleden niet eens durfde te dromen.
Dus zo slecht is het niet. Zo slecht héb ik het helemaal niet. Tel je zegeningen, zei een dierbare vriend me ooit. Bedenk dat wat je hebt vaak het kostbaarste is wat je ooit zult hebben, kan ik daar nu aan toevoegen, met de nevengedachte: en loop jezelf niet voorbij, wees geduldig, wees 'mindful'.
Maar wat doe je met die wensverlangens: ik wil dit en dat en zus en zo... Ik moet toegeven dat ik een stukje rustiger ben geworden sinds ik moeder ben geworden, meer uit noodzaak dan uit vrije wil - ik kón gewoon niet anders dan me neerleggen bij wat ik mijn 'beperkingen' noemde. Edoch: die beperkingen hebben mij gemaakt tot wie ik nu ben. En al heb ik niet altijd evenveel energie voor die dingen die ik zo graag wil - zoals met de auto naar zee gaan, of een onderonsje houden met vrienden, of cocktails gaan drinken met de vriendinnen met wie ik dat jaren terug deed - ik moet het doen met de lepels die ik heb, Soms is dat makkelijk te aanvaarden, en andere keren weer niet - en dat ik daar soms gefrustreerd door raak, dat mag. Het leven is niet altijd rozengeur. Of maneschijn. Of regenbogen en eenhoorns. Iedereen doet uiteindelijk wat hij kan, en de kunst is het evenwicht te vinden en te behouden, tussen wat je rust geeft en wat je een stresskip maakt.
Mindful zijn helpt.
Vreemd dat dat dan toch zo vaak een opgave blijkt. Een bewustwordingsproces waar je bijna met je neus bovenop gedrukt moet worden. Want de aanleiding voor deze blog was eigenlijk een interview met Jens Mortier, in de Zeno van De Morgen van dit weekend, en zijn 10 waarheden. Op nummer 8 namelijk prijkt een quote van Homer Simpson:
Daarom zoek ik die neus-druk momenten steeds meer op, door een dagboekje bij te houden, en het fantastische cadeau van een van mijn dierbaarste vriendinnen op te volgen (elke dag een gedachte opschrijven), en Flow lezen.
Natuurlijk moet je ook niet te veel gaan nadenken, dan raken je hersenen in overdrive en komt er geen rust. Alleen spaghetti in je hoofd... :-)
woensdag 22 april 2015
Helende Slaap - eventueel met een dut overdag (en dan hopen dat je niet wakker wordt als een zombie)
Het nut en belang van slaaproutines worden aan kersverse ouders tot in den treure uitgelegd: baby's moeten een vaste routine hebben, een ritueel, zodat zij aan hun broodnodige rust (i.e. verwerking van stimuli en prikkels die zij in hun wakkere tijd opdoen en ervaren) komen. Maar dat geldt evenzeer voor peuters, kleuters en al helemaal voor studenten en volwassenen.
Of zoals Richard Wiseman het in Flow stelt: "Rond de acht uur per nacht is ideaal. Daarvan word je gelukkiger, slanker, productiever, gezonder, slimmer en creatiever." Want 's nachts verwerken je hersens alle prikkels en gedachten en ervaringen die je overdag hebt opgedaan. Net zoals het gebeurde toen je nog een baby was en de wereld dat grote onbekende ding, waarin je als kleine uk je plek moest zien te vinden.
Maar slaap wordt zwaar onderschat. Veel mensen denken ten onrechte dat ze genoeg hebben aan 5-6 uur, en er heerst veel onduidelijkheid over bijvoorbeeld het belang van (power)naps (de een vindt het verkwikkend, dus doe maar; de ander zegt: je bent te moe erna omdat je niet in de diepe slaap bent gekomen, dus het is zinloos). Ook voor kinderen zijn de meningen verdeeld. Ik las laatst nog dat het niet uitmaakt hoe laat het kind naar bed gaat, als het maar elke avond diezelfde tijd is. Ik ben er nog niet zo zeker van of dat echt heilzaam is voor het kind in kwestie,
Maar datzelfde gevoel heb ik in het algemeen over winter- en zomertijd. Die overgangen kosten mij persoonlijk altijd lang om aan te passen, en sinds de omschakeling is onze draak ook continu moe. Zouden ze daar ook niet eens gewoon een streep door kunnen trekken? Hou de echte tijd, de wintertijd aan, en laat die zomertijd maar voor wat hij is. Ik vermoed dat er heel wat mensen blij zouden zijn.
Wat ik nog interessant vond aan Wisemans pleidooi voor overheidsinmenging m.b.t. slaaphygiëne en -gedrag: school begint te vroeg, waardoor kinderen al erg vroeg hun nest uit moeten, dus zijn ze op voorhand al moe - wat dan weer gevolgen heeft voor concentratie, geheugen, aandacht, en ook verdraagzaamheid. Denk er maar eens over: als je moe bent, dan heb je de neiging om heel kort te zijn, te snauwen, heel snel van een mug een olifant te maken. Je lont is eenvoudigweg veel korter. Dat is voor kinderen niet anders. Waarom dan niet overwegen om school een uurtje later te laten starten, vraagt Wiseman zich af, want dan zouden kids net dat halfuurtje, uurtje langer kunnen slapen (want "Om zeven uur wakker worden voelt voor hen hetzelfde als wanneer wij om vijf uur 's ochtends moeten opstaan"). Bedrijven moeten dan ook wel mee op de kar springen, want school een uurtje later betekent ook aanpassing voor de werkende ouders, die dan 'te laat' op hun werk zouden zijn.
Er zit wel iets in maar het hangt natuurlijk ook met veel andere dingen samen, zoals levensstijl, avondritueel (pc- en tv-schermen vlak voor het slapengaan zijn in principe uit den boze), sport kort voor bedtijd (zwemles!). standaard laat naar bed (foei, papa!), en een chronisch ziek lijf (helaas, mama). En bizar genoeg: ben ik moe en ga ik dus vroeg slapen, zeg 21u, dan kan ik er zeker van zijn dat mijn nacht een ramp wordt, met veel wakker worden en slecht slapen; terwijl als ik een uur, anderhalf uur later ga slapen, ik aardig goed doorslaap (los van die momenten van pijn). Overdag slaat de vermoeidheid dan wel weer toe, dikwijls na de middag - maar, omdat dutjes overdag zeer aangeraden worden, kan ik natuurlijk daar mijn schade weer inhalen.

Slaap is gewoon een mysterie.
Een levensnoodzakelijk mysterie.
En heerlijk, als het lukt.